ICT

Online opties voor evenementen

Ik heb een evenement, maar er is een pandemie. Wat nu?

Je wilt natuurlijk bij voorkeur geen groepen mensen fysiek bij elkaar brengen. Maar je wilt ook jouw bijeenkomst niet afzeggen, want je hebt iets leuks/belangrijks/interessants te brengen waar mensen beter en gelukkiger van worden. Hoe lossen we dat op? 

Met de magie van het internet, natuurlijk! Maar hoe precies dan? 

Er zijn twee smaken: een videoconferentie of een livestream. Dit onderscheid is een beetje arbitrair (je kunt een videoconferentie live streamen) maar ik hou ze toch apart van elkaar vanwege de drempel, de kwaliteit en de technologie.

One-to-many en many-to-many

De klassieke vorm van kennisoverdracht is one-to-many. Eén persoon geeft een lezing, een hoorcollege of een televisie-uitzending. Het publiek is de zaal, of de hele wereld. Dit is voornamelijk (maar niet uitsluitend) éénrichtingsverkeer. De aandacht is gericht op één spreker, of in het geval van een talkshow, een paar sprekers. Een voorbeeld binnen BplusC van een one-to-many evenement tijdens het coronatijdperk is de personeelsbijeenkomst van afgelopen zomer. Een ander charmant voorbeeld was de introductie van de cultuurcoaches, geïnterviewd door Livia, die vervolgens online uitgezonden is.  

Many-to-many is elke vergadering die je ooit hebt gehad. Een groep mensen zit bij elkaar en iedereen heeft de kans om iets te zeggen. De meesten van jullie hebben ondertussen wel een aantal Teams-vergaderingen gehad, waar je vier tot zes mensen op je beeld ziet. Dat is dezelfde dynamiek. De online Office 365-sessies waren voorbeelden van many-to-many evenementen.

Wat wil je precies?

De eerste vraag die je jezelf moet stellen, is welke van deze twee vormen het best bij jouw evenement past. Wil je dat het meer een gesprek is of meer een uitzending? Hoe belangrijk is het dat deelnemers zelf aan het woord komen? Hoeveel controle wil je houden over de kwaliteit van het evenement? Wil je het aan het einde bewaard hebben voor publicatie? Nadat je dergelijke vragen hebt beantwoord, kun je beter kijken naar de mogelijkheden.  

Videoconferentie 

De videoconferentie is een beetje een verouderd woord voor online groepsgesprekken. Er zijn inmiddels heel veel keuzes: Zoom, Skype, Teams, Google Meet en Facetime faciliteren allemaal ongeveer hetzelfde. Het voordeel van deze middelen is dat ze gratis of goedkoop zijn, en zeer laagdrempelig. Het kost niet ontzettend veel tijd om uit te vogelen hoe het werkt en om persoonlijke voorbereidingen te treffen: bij de meeste laptops werken deze programma’s automatisch al. Maar er schuilt ook een gevaar: je hebt weinig controle over de techniek van anderen. Elke deelnemer afzonderlijk is verantwoordelijk voor zijn eigen audio en video. En daar gaat het wel af en toe mis. Mensen hebben soms verouderde of gammele apparatuur en dat kan storend werken. Soms gaan microfoons rondzingen. Soms gebruiken mensen de camera en microfoon van hun telefoon, en dan zie je vooral hun kin. Soms hebben mensen krakkemikkige WiFi. Maar er is wel rijke interactie, en je kunt het lekker vanuit huis doen. Zowel deelnemers als sprekers hoeven niet af te reizen naar een centrale plek.  

Livestream 

Livestreams zijn het meest vergelijkbaar met televisie-uitzendingen. De kijker thuis is in principe buiten beeld, en alles wat wel op beeld is, is van hoge geluids- en videokwaliteit. De uitzendende partij heeft maximale controle over het eindproduct. Livestreams kun je houden  op YouTube, Facebook, Twitter en Vimeo. Interactie met het publiek is vooral gebaseerd op chatberichten. In het geval van de personeelsbijeenkomst in juni hield Linda de live chat bij en stelde de vragen van de chattende collega’s aan Willem.  

Inmiddels hebben we bij BplusC drie professionele camera’s aangeschaft. BplusC heeft natuurlijk al erg veel microfoons en geluidsinstallaties. Vanuit afdeling Programmeren & Productie kunnen we dus voor bepaalde evenementen een livestream verzorgen met maximaal drie camerastandpunten en goed geluid.  

Het nadeel is de hoge drempel: je hebt iemand nodig die de stream bedient, iemand die het geluid bedient, en afhankelijk van de situatie, iemand die een camera bedient. Dat moet allemaal georganiseerd worden. De spreker(s) moeten ook komen opdraven naar waar de video- en geluidsinstallatie staat (zoals de Koolzaal of de Theaterzaal, of waar dan ook).  

Tot slot 

Gewapend met deze informatie kun je dus kiezen voor het een of het ander. Aan beide kleven voordelen en nadelen. Deze zul je zelf moeten afwegen. Afdeling ICT kan in beide gevallen advies leveren, dus als het je allemaal te veel wordt kun je altijd contact met ons opnemen.  

Pepijn Uitterhoeve