Taalwandeling #10

Het komt goed

We staan bij de steiger te wachten op het pontje dat net volgeladen van de overkant vertrekt. Een blonde mevrouw naast ons verbaast zich vreugdevol dat het pontje nu al weer vaart terwijl het al 6 weken in bedrijf is. Het lijkt haar een leuk uitje met haar kinderen.

Dan lijkt ze ons pas te zien. “Komt u ook uit Afrika?” Misschien komt het door het woordje ‘ook’ dat Beyram en ik beide even aarzelen. “Hoe lang bent u al in Nederland?” “U bent zeker de Taalcoach?” “Mijn man komt ook uit Afrika en had ook een Taalcoach.” “Het komt goed!” en weg is ze.

Beyram blijkt bepaalde delen van de omgeving wel te kennen; hij werd eerste bij een wedstrijd in Warmond. Hij is blij dat morgen zijn loopgroep van de atletiekvereniging weer van start gaat. Hij heeft het lopen gemist maar vooral ook de sociale interactie al noemt hij dat niet zo. Later tijdens onze wandeling praat hij over hoe hij in Eritrea deel uit maakt van een grootfamilie met altijd mensen om zich heen en het contrast daarmee in Leiden. Misschien bestaat het woord ‘eenzaamheid’ niet eens in het Tigrinya maar zo klinkt het wel.

Hij vraagt me waarom er eigenlijk geen krokodillen zijn in Nederland? Het was een van de eerste vragen van zijn oudste zoon van 8 of er ook krokodillen waren in Nederland. Hij had bevestigend geantwoord in de hoop dat zijn zoon voorzichtig zou zijn in dat vreemde nieuwe land. Hij heeft een speciale band met zijn oudste zoon die al heel verstandig lijkt voor zijn leeftijd. In de supermarkt keken de kinderen hun ogen uit en wilden dat hun vader speelgoed voor hen kocht. Toen hij uitlegde dat hij daar het geld niet voor had begreep zijn oudste dat onmiddellijk en hij legde de andere twee het zwijgen op. Tijdens een eerdere wandeling vertelde hij me hoe hij zich gekwetst, afgewezen voelde toen zijn tweede zoon van 6 zich onverschillig toonde toen hij weer naar Leiden moest na een weekend Den Helder. De oudste en de jongste waren in tranen maar hij zei ‘ga maar’.

Hij gaat niet elk weekend naar Den Helder nu hij er niet mag blijven slapen. Zijn oudste had hem afgelopen week gebeld over een opdracht van school. Het lukte niet om hem te helpen. Ook hij blijkt de lessen van de Taalschool NCB via zijn telefoon te moeten volgen i.p.v. op zijn laptop en dat al ruim twee maanden… Ik adviseer hem dringend morgen contact te leggen met zijn school omdat in orde te maken want het kan wel weten we inmiddels van Hamza. De school heeft hem ook vandaag pas ingelicht over het uitvallen van de lessen op Hemelvaartsdag.

Of dit nu 'het Groene Hart' is? Hij herkent het weidelandschap van Mijdrecht waar zijn broer woont. Het trof hem dat daar in het dorp alle mensen hem gedag zeggen. We komen te spreken over alle dieren die we om ons heen zien. De ooievaar zweeft als een soort condor hoog boven ons hoofd. Er zijn vandaag veel kieviten te zien en ook grutto’s. Als de zwaluwen naar Afrika vertrekken zijn ze daar de voorboden van de komende regen, vertelt hij me. Zijn vader was chauffeur maar raakte gehandicapt na een ongeluk en werd toen boer. Ze hadden koeien en geiten waarvoor hij moest helpen zorgen. Het hardlopen moest hij er voor opgeven terwijl hij ook een goede voetballer was.

Het verbaast hem als hij kinderen ziet zwemmen in de Zijl zonder toezicht van volwassenen. Later nog eens bij fietsende meisjes zonder begeleiders.

Hij vertelt over de sprookjes die hem als kind werden voorgelezen. Over een reiger in de woestijn die dorst kreeg en een fles vond met een laagje water waar hij niet bij kon. Door de fles te vullen met zand kwam het water omhoog en kon hij het opdrinken. Grappig genoeg blijkt er ook een variant van het sprookje van 'Peter en de wolf’ in Eritrea te bestaan.

Op weg naar huis passeren we een sportschool die de fitness apparaten op het parkeerterrein heeft gezet.

Jaap Glasbergen
Taalvrijwilliger

Omwille van privacy zijn de namen gefingeerd.